vrijdag 8 april 2016

Très chers parents




Ziet ge dat, Piet, zegt ze, ze heeft lijntjes getrokken op de kaart, om recht te kunnen schrijven. 
Ik zie het niet, zegt hij. Maar het zijn mooie bomen. 
Ze heeft ze uitgegomd, zegt ze. Maar hier en daar kan ik ze toch nog zien. En ook voor ons adres, zegt ze. 
Kan zijn, zegt hij, maar ik zie het niet. Is er nog koffie? Die bomen daar achter staan ook mooi op een rij. Heeft iemand daar ook een lijntje onder getrokken? 
Zwanst niet, Piet.

Pieter Jan Van Damme (°Oosterzele, 10.8.1852) en Maria Gentier (°Westrem, 4.10.1857) krijgen op 20 februari 1905 een kaartje van hun dochter Rufina. 13 is ze, geboren in Antwerpen op 14 oktober 1892 als Estella Maria Rufina. De familie woont in Antwerpen, in de Geraniumstraat 25, op de hoek met de Norbertusstraat en vlakbij de Sint-Amanduskerk. Maar het kan ook in het huidige nr. 23 zijn geweest, want de huizen werden rond 1907 hernummerd.



Rufina zit in Melsele op pensionaat bij de zusters van Liefde van Jezus en Maria. Ze is blij met het snoepgoed dat haar ouders bij hun laatste bezoek hebben meegebracht. Ze kijkt naar de lanterne magique, en op zondag begint de retraite. Als een “fille soumise” stuurt ze kaartjes aan haar ouders, en ze doet de groeten aan oudere zus Gabrielle en jongere broer Emile.

Haar vader is natiebaas in Antwerpen. Zijn jongere broer Evarist (°Oosterzele, 1859) is getrouwd met de jongere zus van zijn vrouw, Hortense Gentier (°Westrem, 1864).

Rufina trouwt op 28 januari 1922 met Theo Van Damme (°Sint-Jan-in-Eremo, 31.10.1890), maar ze krijgen geen kinderen. Op 1 maart 1937 sterft ze veel te vroeg, 45 jaar oud.

Haar broer, Emile, sneuvelde in mei 1916 aan het IJzerfront in Kaaskerke.