zaterdag 22 juni 2024

Waarde mevrouw, mag ik les nemen bij U?

 

Waarde Mevrouw,
Mag ik  U verzoeken mij te laten weten welken dag ik bij U mag komen les nemen. Nen dinsdag of zaterdag zou het zich voor mij het best schikken; donderdags is het me ook goed mocht dezen dag U beter bevallen.

Deze vraag wordt gesteld door Tine (voluit: Virginia Gertruda Hubertina) Muls (1883-1965) uit Antwerpen en zus van de letterkundige en conservator van het KMSKA, Jozef Muls (1882-1961) . Ze wonen beiden, ongetrouwd, op het adres Vleminckveld 27 in Antwerpen, in het huis genaamd "De Marentak", een huis ontworpen door de architect Flor Van Reeth. En niet toevallig draagt de kaart de foto van een gelijknamige villa "Marentak" in Kapellenbos, want die werd eveneens door die architect ontworpen voor de familie Muls.



Welke les zou Tine Muls zo graag willen volgen? De geadresseerde in de Bareellei 23 in Antwerpen is een zekere mevrouw L. Ontrop. Ver moet je dan niet zoeken, want L. Ontrop is de componist, dirigent en muziekpedagoog Lode Ontrop (1875-1941), getrouwd met Maria Breugelmans (1876-1949) die zanglerares was aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen - het conservatorium waar ook haar man doceerde.  
Het adres van het gezin liet me even in twijfel. Bareellei? Ik moest spontaan denken aan de Oude Bareellei in Merksem. Maar daar was in het adresboek van de gebroeders Ratinckx geen Ontrop te vinden. Wel in de Arthur Goemaerelei 23. En dan bleek dat de Goemaerelei in 1911 de nieuwe naam werd van de Bareellei... Tine Muls gebruikte in 1912 dus nog de oude benaming van de straat. 

Prachtige straat, die Goemaerelei, met daarin het huis Ontrop, een woning in neotraditionele stijl volgens de Inventaris van het Onroerend Erfgoed, ontworpen door de architect Jos Viérin (1872-1949)  die ook tekende voor het ontwerp van het Lijsternest, het huis van Stijn Streuvels. Broer ook van de kunstschilder Emmanuel Viérin. Small world! Die laatste verbleef tijdens WO I o.a. in Domburg - waar ook de Antwerpse zangeres Jeanne Flament naartoe was gevlucht. Maar dan zitten we weer in een andere blog...


dinsdag 28 november 2023

Mon bien cher Jackie

 (gepost in Antwerpen op donderdag, 23 november 1933,  om 17-18u)

Ze heeft alles voor Pierrot gevonden wat ze daar nodig heeft, schrijft ze vanuit Antwerpen aan haar bien cher Jackie in de rue de la Forge (Smidsestraat) in Gent. "Ze" verbergt zich achter een onleesbare handtekening. Of misschien is het wel het koosnaampje dat Jackie voor haar gebruikt, het zou ta Pouzeke kunnen zijn. Wat ze voor Pierrot precies gevonden heeft, kom je niet te weten. Mogelijk heeft het te maken met de overkomst van Pierrot op zaterdag naar Antwerpen, waar alles in gereedheid is gebracht voor het logement. Maar Jackie moet Pierrot zaterdag wel gaan afhalen aan het station, verwittigt ze. En als Jackie vrijdagavond al komt, zal ze misschien niet thuis zijn, want ze heeft, zoals de vorige dagen matinée tot 18u30, en de sleutels zullen cette fois op hun plaats liggen. Wat doet veronderstellen dat ze die een vorige keer vergeten was, en dat Jackie voor een gesloten deur stond, te ijsberen tot ze terug was van haar matinée. 


De naam van de geadresseerde - Jacques Bergmans - zei me in eerste instantie niets. Maar de vraag die de schrijfster hem stelde op de beeldzijde van de prentkaart - veux-tu apporter deux petites toiles, des réproductions, articles journaux svp, j'aurai peut-être l'occasion de vendre de tes tableaux - suggereerde dat het om een schilder ging.

Bron: Jacques Bergmans: le maître des façades et des petites boutiques gantoises / Gontran Van Severen


Jacques Bergmans (Gent, 1891- Gent, 1959) was een Gents kunstschilder, vooral gekend voor zijn doeken met façades van gebouwen en kleine winkeltjes in Gent, in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was de zoon van Paul Bergmans, die van 1919 tot 1933 hoofdbibliothecaris was aan de de Rijksuniversiteit Gent. Bergmans was gehuwd met Marie Hill (Gent, 1889 - Gent, 1947), een Gentse pianiste. Waarschijnlijk verbleef ze eind november in Antwerpen voor enkele optredens. Drie kinderen had het gezin: Jean, Ginette (Jinette) en Pierre (Pierrot). Een vierde leefde niet lang en stierf in 1925, een jaar na de geboorte.

De beenhouwerij (1956), Keizer Karelstraat 69, Gent
Bron: galerienieuwschoten.nl
 

 


vrijdag 8 april 2016

Très chers parents




Ziet ge dat, Piet, zegt ze, ze heeft lijntjes getrokken op de kaart, om recht te kunnen schrijven. 
Ik zie het niet, zegt hij. Maar het zijn mooie bomen. 
Ze heeft ze uitgegomd, zegt ze. Maar hier en daar kan ik ze toch nog zien. En ook voor ons adres, zegt ze. 
Kan zijn, zegt hij, maar ik zie het niet. Is er nog koffie? Die bomen daar achter staan ook mooi op een rij. Heeft iemand daar ook een lijntje onder getrokken? 
Zwanst niet, Piet.

Pieter Jan Van Damme (°Oosterzele, 10.8.1852) en Maria Gentier (°Westrem, 4.10.1857) krijgen op 20 februari 1905 een kaartje van hun dochter Rufina. 13 is ze, geboren in Antwerpen op 14 oktober 1892 als Estella Maria Rufina. De familie woont in Antwerpen, in de Geraniumstraat 25, op de hoek met de Norbertusstraat en vlakbij de Sint-Amanduskerk. Maar het kan ook in het huidige nr. 23 zijn geweest, want de huizen werden rond 1907 hernummerd.



Rufina zit in Melsele op pensionaat bij de zusters van Liefde van Jezus en Maria. Ze is blij met het snoepgoed dat haar ouders bij hun laatste bezoek hebben meegebracht. Ze kijkt naar de lanterne magique, en op zondag begint de retraite. Als een “fille soumise” stuurt ze kaartjes aan haar ouders, en ze doet de groeten aan oudere zus Gabrielle en jongere broer Emile.

Haar vader is natiebaas in Antwerpen. Zijn jongere broer Evarist (°Oosterzele, 1859) is getrouwd met de jongere zus van zijn vrouw, Hortense Gentier (°Westrem, 1864).

Rufina trouwt op 28 januari 1922 met Theo Van Damme (°Sint-Jan-in-Eremo, 31.10.1890), maar ze krijgen geen kinderen. Op 1 maart 1937 sterft ze veel te vroeg, 45 jaar oud.

Haar broer, Emile, sneuvelde in mei 1916 aan het IJzerfront in Kaaskerke.

zondag 29 november 2015

Liefste Laura


27 juni 1903
Zoo, zijn de aardbezien rijp? 't Is goed, ik kom misschien.

De geadresseerde - Laura in Turnhout - zal wel weten wie er zo'n zin heeft in aardbeien, want de afzender die het kaartje op zaterdag 27 juni 1903 op de bus deed in Antwerpen, aan het station, vond het niet nodig om het kaartje te ondertekenen. En de boodschap is kort en zonder omwegen; de onbekende afzender moet Laura waarschijnlijk goed kennen.

Op het kaartje staat het oudste huis van Antwerpen, in de Stoelstraat. De straat had rond 1900 een wat verlopen uitzicht; in het huis op nr. 11 was een estaminet gevestigd. Nu, in 2015, heeft het huis een gedaanteverwisseling ondergaan, en het raakt volgens Het Laatste Nieuws niet verkocht.



zondag 15 november 2015

2060, Duinstraat 124



Op wandel in 2060 loop ik via de Van Urselstraat naar de Lange Ypermanstraat, op weg naar het Stuivenbergplein. Dan moet ik heel even door de Duinstraat, maar ik kan niet voorbij het eigenaardige gebouw op nr. 124. Hier woont sjiek volk, is mijn eerste gedachte. En toch lijkt het onbewoond.
Volgens de Inventaris van het Onroerend Erfgoed is dit een voormalig onderstation van de Antwerpse Elektriciteitsmaatschappij; daterend van rond 1910 - toen nutsvoorzieningen blijkbaar nog esthetisch verantwoord mochten gebouwd worden. Zowat 100 jaar later is het door Vespa verkocht.

Is dit nu een privéwoning, vroeg ik me af. Nee, zo blijkt na enig speurwerk op Google. Het is de thuisbasis, "Studio Duinstraat" (of "Duinstreet") van Katleen Vinck. Op haar website vind je een foto van de binnenruimte. De studio wordt verhuurd voor performances, tentoonstellingen,...

Nu ik mijn eigen foto van het gebouw opnieuw bekijk valt het me pas op: de lichtvlekken op de straat en op de gevel. Ze moeten afkomstig zijn van een huis op de hoek van de Lange Ypermanstraat, denk ik.

zaterdag 14 november 2015

Huis op zijn smalst (Borgerhout, Kattenberg)



Dit is een van de smalste huizen die ik tot nu toe gezien heb. Ik heb het "afgestapt" op het trottoir: een gevelbreedte van 3 meter. En toch wonen daar mensen in, zag ik op de deurbellen. Hoe dat je dat met die ruimtelijke beperking, de kamerindeling? Kamer na kamer na kamer?

Het huis heeft "iets" met zijn buur op nr. 116: in de hoogte moet het niet onderdoen, al heeft het daar een valse verdieping voor nodig. Maar al is het buurhuis esthetisch een pareltje, ik ben langer blijven stilstaan voor nummer 114.

Voor zover ik kon zien, bevindt de traphal zich aan de voorzijde; de geschrankte vensters zorgen er voor daglicht.

vrijdag 4 september 2015

Liefde in het spel, of: de oorlog duurt zo lang



Het spelletje backgammon is maar een aanleiding om bij elkaar te zijn. Want als de liefde roept, dan sta je op en grijp je elkaar bij de hand. En verder laat ik dat aan uw fantasie over.



Uitgeverij Amag produceerde nogal wat van deze zoeterige prentkaarten, dikwijls (met de hand?) ingekleurd, zoals in dit geval: de blouse en de sofa kregen variante kleuren, maar in wezen gaat het om momentopnames uit dezelfde scene met dezelfde rekwisieten.

Erg interessante kaarten waar ik wel wat geld voor wilde geven, niet zozeer om de voorkant maar omwille van de berichten op de adreszijde.

Het was met overgroote vreugde dat ik uwen brief n° 47 en uwe kaart N° 48 ontvangen heb…


Heden heb ik met overgroote vreugde uwe schoone kaart N° 52 ontvangen…

De kaarten werden met de hand genummerd (28, 32) en werden respectievelijk verstuurd op 23 september en op 27 oktober 1917. In volle oorlogstijd dus. De Antwerpse giletmaakster Jeanne schrijft ze aan haar geliefde Paul, een bureelbediende uit Borgerhout die (zeker als sinds 1915, zo blijkt uit gegevens in het stadsarchief van Antwerpen) krijgsgevangen is in het lager Parchim in Mecklenburg. De nummers dienden heel waarschijnlijk als controle, om te weten of alle kaarten en brieven wel terechtkwamen.



Jeanne spreekt Paul op 23 september hoopvol toe: Lieveling houdt nog wat moed, want ik ben bijna zeker dat we elkander dees jaar nog zullen wederzien, daar de gazetten over niets anders schrijven dan over de vrede […] Ontvang lieve schat millioene kussen van haar die U hartstochtelijk bemint.

Op de kaart van 27 oktober is ze echter voorzichtiger: Lieveling bij de gelegenheid van allerheiligen wensch ik U uit ganscher harte een zalig en gelukkig hoogdag en het ware te hopen dat wij toekomend jaar dit mondelings konden doen [….] Ontvang, chouke, millioene vurige kussen van uwe toekomende.



Toch zullen ze nog  hebben moeten wachten tot de herfst van 1918 eer de vrede een feit was. En eer ze in het huwelijksbootje konden stappen. Trouwen deden ze uiteindelijk op 27 mei 1919. Goed een jaar later, op 1 juni 1920, werd hun dochtertje, Angela, geboren.

En ze leefden nog lang en gelukkig?